Geschiedenis

De eerste vermelding van Zwanenburg in de archieven dateert uit de 14e eeuw. Het landgoed heet dan “ ’t Goet aent Beughe”, naar de naastliggende bocht in de rivier de Aa. Vanaf de oorsprong in de 13e en 14e eeuw tot ca 1500 is weinig bekend van de bouwgeschiedenis. Wel kunnen we gevoeglijk aannemen, dat er een “Moated site” was met een “Hofstede”, waarvan de huidige kelder reeds een onderdeel uitmaakte. Een hofstede is een wat grotere boerderij met in dit geval waarschijnlijk een woontoren. Deze hofstede zal vermoedelijk langzaam gegroeid zijn en steeds vernieuwd/gerestaureerd en aangepast zijn aan de veranderende omstandigheden. In elk geval betrof het meer dan een gewone boerderij, hetgeen o.a. al blijkt uit het feit dat “ ’t Goet aent Beughe”, vanaf 1455 beschikte over het recht van Zwanendrift. Een dergelijk recht werd zeker niet toegekend aan een gewone boerderij. Het is dan ook altijd een woonplaats geweest van lage landadel. Dit is onder andere af te leiden aan het hoge aantal eigenaren, dat vanaf de 14e eeuw lid was van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap van Den Bosch (Zwanenbroederschap). Sinds 1835 is Zwanenburg als Buitenplaats in bezit van de voorouders van de huidige eigenaar (inmiddels de 6e generatie).